De oefenomgeving voor Nederlands bestaat uit drie hoofdonderdelen:
- Basisvaardigheden
- Schrijfvaardigheden
- Afstuderen en onderzoek
Basisvaardigheden bestaat uit 4 modules:
- Werkwoordspelling
- Spelling algemeen
- Zinsstructuur
- Algemeen taalgebruik
Deze modules komen terug in de 3F- en 4F-toetsen. Daarnaast is het ook mogelijk dat studenten oefentoetsen maken in de oefenomgeving. Deze staan ook in de module ‘Basisvaardigheden’.
Bij elke module worden verschillende onderwerpen behandeld. Studenten kiezen zelf naar welk eindniveau ze toe willen werken, door bovenin de pagina een doelniveau te selecteren.
Als een student voor het eerst inlogt, beginnen de studenten met een activatietoets per hoofdonderwerp. Na het afronden van de activatietoets zien studenten in hoeverre ze het onderdeel al beheersen en waar ze nog deficiënties vertonen. Zo worden ze gestuurd gestuurd naar de onderdelen die op dat moment het meest urgent zijn om te oefenen.
Schrijfvaardigheden bestaat uit 9 modules:
- Schrijven
- Samenvatting schrijven
- Argumenteren
- Betoog schrijven
- Zakelijke brief of e-mail schrijven
- Sollicitatie met cv schrijven
- Plan van aanpak schrijven
- Reflectieverslag schrijven
- Lijst van stijlmiddelen
Ook hier wordt bij elke module eerst de theorie behandeld, waarna de oefeningen kunnen worden gemaakt.
Afstuderen en onderzoek bestaat uit de volgende 3 modules:
- Het onderwerp van een diagnostisch onderzoek
- Het schrijven van een rapport
- Het presenteren van een rapport
Bij deze drie modules wordt dieper op de inhoud van een afstudeeronderzoek ingegaan, zodat studenten precies weten wat er van ze verwacht wordt tijdens hun afstudeerperiode. Bij dit onderdeel zijn geen oefeningen opgenomen; deze onderdelen komen niet terug in de toetsen.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.